linda-coppens-1.jpg
16 december 2022

Linda Coppens, sportfysiotherapeut aan de HandbalAcademie op Papendal

Ze wenst het natuurlijk niemand toe, maar in de praktijk ziet ze dat een blessure en al helemaal de daaropvolgende revalidatie soms juist ook wel eens goed voor een sporter kan zijn. Ze is Linda Coppens, tot voor drie jaar geleden ruim twaalf jaar actief in de eerstelijns (sport)fysiotherapie maar nu al weer drie jaar fulltime actief bij het Nederlands Handbal Verbond.

Als sportfysiotherapeut op de HandbalAcademie op Sportcentrum Papendal in Arnhem. Waar ze tevens betrokken is bij alle nationale dames jeugdselecties.”Dat ik in het handbal actief ben, is eigenlijk niet meer dan logisch. Ik heb zelf gehandbald. Mede daardoor natuurlijk heb ik mij door de jaren heen steeds meer gespecialiseerd in sportblessures bij bovenhandse sporters. Tennissers, volleyballers maar vooral handballers.”

Geen piepers

Een harde sport, sowieso, handbal. Ze delen flink uit en incasseren ook flink, handballers. En als ze iets niet zijn, handballers: piepers. Linda Coppens: “Daar komt dan nog bij dat wij hier op de HandbalAcademie te maken hebben met zeer talentvolle spelers en speelsters tussen de 15 en 20 jaar. Die hun hele leven hebben ingericht op het halen van de top. Ze wonen en trainen hier, ze gaan hier naar school, ze hebben hun thuissituatie verruild voor een topsportleven op Papendal. Dat maakt dat ze alleen maar harder en harder willen werken om die droom waar te maken.”

“Begrijp mij goed: niets mooiers dan te werken met jongeren die zo tot het bot gemotiveerd zijn. Al was het maar omdat het ook mij als sportfysiotherapeut motiveert om tot het uiterste voor ze te gaan. In de alledaagse sportfysiotherapeutische begeleiding, maar zeker bij blessures. Elke speelster wil daar natuurlijk zo snel mogelijk van af. En zo snel mogelijk weer de zaal in. Voluit trainen, wedstrijden spelen. Aan mij om dan ook zo snel mogelijk de diagnose te stellen en te komen, beter nog, te beginnen met het behandelplan.”

Sterker terug
Hoe zeer snelheid ook geboden is, een blessure is voor Linda Coppens ook altijd het moment om samen met de patiënt, in dit geval dus een handbalster, even pas op de plaats te maken. Verder en breder te kijken dan alleen de blessure. “Voor mij is #sterkerterug al lang niet meer alleen van toepassing op kruisbandletsel. Het gaat voor mij op voor alle blessures. Ik wil dat elke handbalster hier na een blessure sterker terugkomt. Een weer iets betere  en completere speelster is geworden. Ja, dankzij een zorgvuldig geplande revalidatie. Waarin de feitelijke blessure natuurlijk leidend is. Maar we kunnen de revalidatie ook breder benutten.”

Ter illustratie komt ze met een voorbeeld uit haar praktijk: een speelster met een blessure die haar belemmerde in het optimaal gebruik van haar bovenlichaam. Linda Coppens: “Maar wat ze nog wel prima kon, haar benen trainen, voetenwerk, explosiviteit. Wat bij haar geen overbodige luxe was, maar waar ze in het strakke dagelijkse patroon van de groep niet altijd de tijd voor kreeg. Nu dus wel. Waardoor ze, want ook haar blessure werd heel planmatig aangepakt, na haar revalidatie inderdaad sterker terugkwam. Dat blijven bewegen en blijven trainen van wat nog wel kan ondanks een blessure is trouwens sowieso essentieel voor een zo optimaal mogelijke revalidatie. Zo kan iemand met een kruisbandblessure vaak al verrassend snel toch weer ballen gooien. Door te blijven trainen binnen wat mogelijk is ondanks de blessure, wordt de stap van behandelbank naar sportveld kleiner en vloeiender.”

Verwachtingsmanagement
Over een optimale revalidatie gesproken, daarin gaat het in het algemeen maar zeker bij uiterst gemotiveerde handbalsters als die bij Linda Coppens op de HandbalAcademie over meer dan alleen het fysieke ongemak en herstel. “Het gaat ook over verwachtingsmanagement. Over afremmen vaak ook. En daarmee ook over mentale begeleiding. Want ook al is een speelster er fysiek klaar voor om te gaan trainen of te gaan meedraaien in wedstrijden, pas als ze er ook mentaal klaar voor is, kortom pas als ze fysiek en mentaal weer 100 procent in balans is, is de revalidatie echt een succes.”